Hoogwaardige Hematologische & Oncologische zorg in alle Friese ziekenhuizen.

Folfirinox (pancreas)

Versie:
0.96
Publicatiedatum:
17-09-2019
Indicatie: gemetastaseerd of irresectabel pancreascarcinoom 
   
Aantal kuren: maximaal 12 cycli, mede afhankelijk van respons of toxiciteit.
   
Cyclus: 14 dagen
   
Inclusie:

WHO performance status ≤ 2

adequate nier-, lever-, beenmerg-, en cardiale functie

   
Exclusie:

serum creatinine clearance <30 ml/min.

ernstige bestaande perifere neuropathie

verhoogd bilirubine

   
Onderzoek:

voorafgaand aan eerste kuur:

  • lab. Routine lab + eventueel tumormarkers
  • lengte en gewicht
 

lab. voor iedere kuur:

  • Hb, Leuco + diff , trombo en verder afhankelijk van arts
  • gewicht, temperatuur, pols en tensie
  • WHO performance score

Dosering en toedieningswijze (TW)

Medicatie

Dagdosis

TW

dag

oxaliplatine

    85 mg/m2

i.v. opgelost in 500 ml glucose 5% in 120 min.

1

folinezuur

   400 mg/m2

i.v. opgelost in 100 ml NaCl o,9% in 120 min.

1

irinotecan

  180 mg/m2

i.v. opgelost in 250 ml NaCl 0,9% in 90 min.

1

5-fluorouracil

  400 mg/m2

i.v., (bolus) opgelost in 100 ml NaCl 0.9% in 5 min.

1

5-fluorouracil

2400 mg/m2

i.v. opgelost in 500 ml NaCl 0,9% of via folfuserpomp.

continue in 46 uur in thuissituatie.

Toediening/infuuslijst:   Toedieningsschema FOLFIRINOX
   
Emetogeniteitsklasse 3:   Matig (risico 30-90%)
   
Premedicatie: atropine 0.25 mg subcutaan, voorafgaand aan toediening irinotecan
   
Bijwerkingen:   www.bijwerkingenbijkanker.nl
   
Kuurspecifieke aandachtspunten en bijzonderheden: Bij irinotecan zijn twee specifiek potentiele bijwerkingen van toepassing: Cholinergisch syndroom en late (uitgestelde) diarree. 
   
  

Diarree (vroege) diarree en Cholinergisch syndroom

Vroege diarree en andere cholinergische symptomen zoals buikpijn, conjunctivitis, vasodilatatie, transpiratie, rillingen, malaise duizeligheid, visusstoornissen, tranenvloed, speekselvloed treden op binnen 24 uur na toediening. Behandeling met atropine 0.25 mg in opdracht van de specialist. Patiënten > 65 jaar hebben een verhoogd risico op vroege diarree.

   

Late (uitgestelde) diarree

Irinotecan geïnduceerde diarree is een ernstige bijwerking en vraagt adequaat handelen. Treedt meestal op 5 dagen na infusie. Advies: de patiënt goed informeren over deze bijwerking. Patiënt laten starten met Loperamide, 2 capsules van 2 mg, daarna 1 capsule van 2 mg iedere 2 uur. Hiermee doorgaan tot 12 uur na de laatste vloeibare ontlasting, maar niet langer dan 48 uur. Bij diarree altijd contact opnemen met het ziekenhuis. 

 

Oxaliplatin:

  • Oxaliplatin kan pijn geven bij het inlopen bij gebruik van een perifere lijn; evt. infuusduur verlengen naar 6 uur en/of lokaal warmte toedienen d.m.v. een sjaal of deken/handdoek.
    Tip: breng het infuus in zo hoog mogelijk en in een grote vene en bij voorkeur zo hoog mogelijk in de arm.

 

  • Oxaliplatin geeft neurotoxiciteit: gevoelsstoornissen (kou-gerelateerde prikkelingen die tot enkele dagen kunnen aanhouden, spierzwakte, moeite met slikken, praten en/of heesheid.

 

  • Tijdens of enkele uren na toediening kan de patiënt worden geconfronteerd met een acute laryngofaryngeale dysesthesie.
    Dit is een gevoel van vernauwing in de keelholte  waardoor het lijkt of de patiënt niet goed kan slikken of ademhalen; het gevoel gaat binnen enkele seconden of minuten over. Het is niet gevaarlijk en hoeft niet behandeld te worden. Dit gevoel kan uitgelokt of versterkt worden door koude (koude dranken, koud eten, koude lucht, koelkast etc).

 

Bij deze kuur wordt een PAC geplaatst ivm toedienen cytostatica in de thuissituatie. Deze wordt afgekoppeld door het technologisch thuiszorg team (Team TT)

   
Calamiteiten: 
 
  • Extravasatie:
  • Stop toediening/infuusnaald in situ laten, arm hoog leggen.
  • Zoveel mogelijk bloed optrekken uit infuus naald (3-5 ml).
  • Arts waarschuwen.
  • Voor specifieke maatregelen zie crashkaart.
  • Extravasatie registreren in dossier en VIM.

 

Voor overige calamiteiten en andere specifieke maatregelen zie crashkaart en ziekenhuis eigen protocollen.

   

Aandachtspunten/bijzonderheden:

  • bij oxaliplatine als hoofdinfuus glucose 5%
  • kuur wordt via twee lijnen gegeven:
    • lijn 1. oxaliplatine, folinezuur en 5-FU.
    • lijn 2. irinotecan
   
Besmettingsduur excreta:  oxaliplatin 7 dgn., 5-FU 2 dgn., irinotecan 4 dgn
   
Ontslag: 
  • Afspraken volgende kuur meegeven
  • Labaanvraag
  • Medicatie/ recepten regelen
  • Eventueel thuiszorg regelen voor afkoppelen PAC

FROHON richtlijnen dosisaanpassingen

 

  • 5-FU
  • oxaliplatin
  • irinotecan

Beenmergtoxiciteit

ANC x 109 (op dag van chemotherapie)

 < 1,5

uitstel behandeling tot herstel, overweeg toevoeging G-CSF bij vervolgbehandelingen en vermindering dosis met vervolgkuren met:

1e optreden: dosis reductie irinotecan tot 150 mg/m2 en verwijder bolus 5-FU uit schema

2e optreden: eveneens dosis reductie oxaliplatine tot 60 mg/m2

3e optreden: chemotherapie stop

Febriele neutropenie

uitstel behandeling tot herstel, overweeg toevoeging G-CSF bij vervolgbehandelingen en vermindering dosis met vervolgkuren met:

1e optreden: dosis reductie irinotecan tot 150 mg/m2 en verwijder bolus         5-FU uit schema

2e optreden: eveneens dosis reductie oxaliplatine tot 60 mg/m2

3e optreden: chemotherapie stop

Trombocyten

 

< 75

uitstel behandeling tot herstel en vermindering dosis met vervolgkuren met:

1e optreden: dosis reductie oxaliplatine tot 60 mg/m2 , bolus 5-FU tot 300 mg/m2 en continu 5-FU met 1800 mg/m2

2e optreden: eveneens dosis reductie irinotecan tot 150 mg/m2

3e optreden: chemotherapie stop

Niertoxiciteit

Kreatinine Klaring (ml/min)

30 – 50

dosisreductie irinotecan en 5-FU met 25%

< 30

stop oxaliplatine, dosisreductie irinotecan en 5-FU met 50% of chemotherapie stop

Gastro-intestinale toxiciteit

(Orale) mucositis

CTC Gradering

 

Graad 2

uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met:

1e optreden: geen dosis reductie

2e optreden: dosis reductie 5-FU en oxaliplatine met 25%

3e optreden: dosis reductie 5-FU en oxaliplatine met 50%

4e optreden: chemotherapie stop

Graad 3 of 4

uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met:

1e optreden: dosis reductie 5-FU en oxaliplatine met 50%

2e optreden: chemotherapie stop  

Leverdysfunctie

 

minimaal

dosis reductie irinotecan met 25%

matig

dosis reductie irinotecan met 50%

ernstig

irinotecan stop

syndroom van Gilbert

dosis reductie irinotecan met 20%

Diarree

CTC Gradering

 

Graad 3 of 4

OF

 

Iedere graad diarree met koorts

uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met:

1e optreden: dosis reductie irinotecan tot 150 mg/m2 en verwijder dosis 5-FU uit schema

2e optreden:  eveneens dosis reductie oxaliplatine tot 60 mg/m2 en de dosis 5-FU continu tot 1800 mg/m2

3e optreden:  chemotherapie stop

(Orale) mucositis

CTC Gradering

 

Graad 3

 

uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met:

dosisreductie bolus 5-FU tot 300 mg/m2 en 5-FU continu tot 1800 mg/m2

Huidtoxiciteit

Hand-voet syndroom

CTC Gradering

 

Graad 3

 

uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met:

dosisreductie bolus 5-FU tot 300 mg/m2 en 5-FU continu tot 1800 mg/m2

 Perifere neuropathie

CTC Gradering

 

Graad 2, aanwezig voor de start van de volgende kuur

overweeg stop oxaliplatine

Graad 3 en 4

stop oxaliplatine