Endometriumcarcinoom (baarmoederkanker)

Medische informatie

Versie:
3.1
Publicatiedatum:
14-02-2020

Achtergrondinformatie

De diagnose endometriumcarcinoom wordt gesteld door de gynaecoloog. De gynaecoloog is hoofdbehandelaar en primair verantwoordelijk voor de oncologische registratie.

Alle patiënten worden besproken op de wekelijkse Friese gynaecologie-oncologie patiëntenbespreking. Hierbij is een internist-oncoloog als vertegenwoordiger van de Friese ziekenhuizen aanwezig. Aanmelding voor deze bespreking gaat in principe via de gynaecoloog, maar kan ook in overleg met gynaecoloog of radiotherapeut die bij deze bespreking betrokken zijn plaatsvinden.

 

Operaties vinden in de Friese ziekenhuizen plaats of op de klinische afdeling gynaecologie-oncologie van het UMCG. De hoofdbehandelaar gynaecoloog is verantwoordelijk voor de eerste overdracht van gegevens. Indien er sprake is van een recidief of gemetastaseerd endometriumcarcinoom, dan wordt de patiënt ook in de Friese gynaecologie-oncologie patiëntenbespreking besproken. Radiotherapie is regelmatig ook een zinvolle palliatieve optie en de radiotherapeut moet in de keuze palliatieve opties altijd meedenken.

 

Bij een progesteronreceptor (PR) gevoelig endometriumcarcinoom bestaat de 1e lijns behandeling uit een progestativum zoals medroxyprogesteron of megestrolacetaat. Bij een progesteronreceptor-ongevoelig/hooggradig endometriumcarcinoom is hormonale behandeling geen optie en kan 1e lijns palliatieve chemotherapie overwogen worden.

 

Endocriene- en/of chemotherapie valt onder van de regie internist-oncoloog in alle Friese ziekenhuizen. Indien er alleen palliatieve zorg zonder hormonale- of chemotherapie mogelijk is, dan zal het hoofdbehandelaarschap ook aan de internist-oncoloog overgedragen worden als er behoefte is aan begeleiding in de 2e lijn.

 

Er wordt bij iedere behandeling eerst gekeken of de behandeling in de Friese regio in studieverband kan plaatsvinden, omdat dit voor de vooruitgang bij de behandeling van baarmoederkanker in zijn algemeen en soms ook voor de patiënt zelf voordeel op kan leveren. Er wordt als er geen studie in de Friese regio is of geen standaard behandeling is gekeken naar mogelijkheden andere landelijke studiedeelname. Beoordeling voor deelname aan trials wordt besproken in de Friese gynaecologie-oncologie patiëntenbespreking en/ of bespreking gynaecologie-oncologie UMCG. 

 

Endometriumcarcinomen zijn relatief vaak MMR-deficient. Zowel voor eventueel erfelijkheidsonderzoek als de behandeling is het belangrijk om de MMR-status te bepalen.

 

Zie ook:

Zorgpad Endometriumcarcinoom

Behandelingen adjuvant/curatief

Curatieve behandeling endometriumcarcinoom bestaat uit chirurgie en/of radiotherapie onder regie van gynaecoloog en/of radiotherapeut. Er is geen rol voor standaard adjuvante medicamenteuze therapie.

Studies

Voor een actueel overzicht van lopende studies zie:  onderzoekbijkanker.nl – Oncologisch Netwerk Friesland.

Behandelingen palliatief

Palliatieve behandelingen bij gemetastaseerd endometriumcarcinoom bestaan uit radiotherapie, hormonaal bij hormoongevoelig laaggradig endometriumcarcinoom of chemotherapie bij progressie onder hormonale behandeling of als 1e lijn bij hooggradig, hormoonongevoelig gemetastaseerd endometriumcarcinoom. 1e keuze carboplatine-paclitaxel i.v.m. grotere responskans, maar indien neurotoxiciteit of bij een minder fitte patiënt is monotherapie carboplatine een goed alternatief.

Indien het endometriumcarcinoom MSI-h status heeft kan er in de eerste lijn ook gekozen worden voor palliatieve immunotherapie met nivolumab.

In de tweede lijn (na platinum bevattende chemotherapie) kan voor alle patiënten onafhankelijk van de MMR-status behandeling met lenvatinib-pembrolizumab worden overwogen, hiervoor dan verwijzing naar UMCG

Studies

CPCT is een niet specifiek op het endometriumcarcinoom gerichte studie, maar ook patiënten met endometriumcarcinoom komen hiervoor in aanmerking. Al in een vroege fase van de ziekte, maar ook op het moment van metastasering kan weefselonderzoek ten behoeve van deze trial afgenomen, waarbij later, o.b.v. genetische informatie van de tumor, behandelingen in studieverband onderzocht kunnen worden.

Standaardbehandelingen palliatief

Megestrolacetaat

Medicament

Dosis

Route

Dag

Megestrolacetaat

160 mg

p.o.

1 d.d.1

Duur cyclus (dagen)

Continue

Aantal cycli

Continue tot progressie of toxiciteit

Emetogeniteitsklasse

minimaal (risico< 10%)

Indicatie(s)

Palliatief endometrium, mammacarcinoom

Megestrolacetaat is alleen via de internationale apotheek te verkrijgen. Dit moet op het recept vermeld.

Medroxyprogesteron  

Medicament

Dosis

Route

Dag

Medroxyprogesteron

500 mg

p.o.

1 d.d.1

Duur cyclus (dagen)

Continue

Aantal cycli

Continue tot progressie of toxiciteit

Emetogeniteitsklasse

minimaal (risico< 10%)

Indicatie(s)

Palliatief endometrium, mammacarcinoom

Carboplatine-Paclitaxel palliatief

Medicament

Dosis

Route

Dag

Carboplatine

AUC 6 ( 5-7) *)

i.v.

1

Paclitaxel

175 mg/m2

i.v.

1

Duur cyclus (dagen)

21

Aantal cycli

6

Emetogeniteitsklasse

hoog (risico >90%)

Indicatie(s)

Gemetastaseerd endometrium, gemetastaseerd cervixcarcinoom en recidief ovariumcarcinoom (interval >6 mnd)

*)

AUC= Area Under Curve, en wordt gebruikt bij de berekening van carboplatine dosering de kreatinine klaring wordt berekend met de Cockroft Gault formule en de carboplatine dosering wordt vervolgens berekend volgens de Calvert formule.

Wereldwijd worden verschillende AUC doseringen carboplatine gebruikt. Meest gangbaar is AUC 6, maar keuze AUC 5-7 o.b.v. toxiciteit en afronding mag per individuele patiënt gemaakt worden.

Toelichting

Evaluatie per 2-3 kuren. AUC = Area Under Curve, en wordt gebruikt bij de berekening van carboplatine dosering de kreatinine klaring wordt berekend met de Cockroft Gault formule en de carboplatine dosering wordt vervolgens berekend volgens de Calvert formule.

Wereldwijd worden verschillende AUC doseringen carboplatine gebruikt. Meest gangbaar is AUC 6, maar keuze AUC 5-7 o.b.v. toxiciteit en afronding mag per individuele patiënt gemaakt worden.

Carboplatine palliatief

Medicament

Dosis

Route

Dag

Carboplatine

AUC 5 (evt. 6) *)

i.v.

1

Duur cyclus (dagen)

28

Aantal cycli

6

Emetogeniteitsklasse

hoog (risico > 90%)

Indicatie(s)

Recidief ovariumca (interval > 6 mnd), gemetastaseerd endometrium of gemetastaseerd cervixcarcinoom.

*)

AUC= Area Under Curve, en wordt gebruikt bij de berekening van carboplatine dosering de kreatinine klaring wordt berekend met de Cockroft Gault formule en de carboplatine dosering wordt vervolgens berekend volgens de Calvert formule.

Wereldwijd worden verschillende AUC doseringen carboplatine gebruikt. Meest gangbaar is AUC 6, maar keuze AUC 5-7 o.b.v. toxiciteit en afronding mag per individuele patiënt gemaakt worden.

Toelichting

Evaluatie per 2-3 kuren. AUC= Area Under Curve, en wordt gebruikt bij de berekening van carboplatine dosering de kreatinine klaring wordt berekend met de Cockroft Gault formule en de carboplatine dosering wordt vervolgens berekend volgens de Calvert formule.

Wereldwijd worden verschillende AUC doseringen carboplatine gebruikt. Meest gangbaar is AUC 6, maar keuze AUC 5-7 o.b.v. toxiciteit en afronding mag per individuele patiënt gemaakt worden.

Begeleidende behandelingen

Dexamethason

Medicament

Dosis

Route

Dag

Dexamethason

2 x 8 mg

i.v.

1-4

Duur cyclus (dagen)

4

Aantal cycli

1

Emetogeniteitsklasse

minimaal (risico< 10%)

Indicatie(s)

Subileus bij paralytische ileus bij ascites en recidief endometrium, cervix of ovariumcarcinoom

Toelichting

In kader palliatief beleid. Bij dexamethason glucose controle. Bij dexamethason en NSAID of acetylsalicylzuur maagprofylaxe d.m.v. protonpompremmer (PPI) starten.